Spring naar content

Tips voor het schrijven van een scriptie o.a. NEMAS HRM

Voor veel mensen die een opleiding volgen naast de werkzaamheden is de studietijd alweer enige tijd geleden. Hoe begin je dan ook alweer aan het schrijven van een scriptie? Een onderdeel van de opleiding NEMAS HRM is het schrijven van een scriptie. Tijdens de opleiding ga je aan de slag met diverse praktijkopdrachten in je eigen werksituatie. Bovendien wordt veel aandacht besteed aan de persoonlijke scriptie.

De Nederlandse Associatie heeft een duidelijke handleiding wat betreft de eisen die worden gesteld aan de scriptie. Kort gezegd wordt de scriptie beoordeeld op de onderstaande onderdelen en subonderdelen:

  • Inhoud:
    1. introductie
    2. onderzoeksvraag
    3. analyse
    4. conclusies en aanbevelingen
    5. verwerking praktijkervaring
    6. samenvatting
  • Vorm en indeling

Het moet gaan om een bestaande organisatie. Je hebt dus alle gelegenheid om je scriptie te relateren aan de praktijk. Een fictieve organisatie wordt niet geaccepteerd. Als de scriptie niet aan deze voorwaarde voldoet, wordt de scriptie niet beoordeeld.

Opbouw

De inleiding van je scriptie, de doelstelling van je onderzoek, omvat zo’n 5% van de scriptie inhoud. Je introduceert je scriptie. Wat is nu het doel van de studie en over welk onderwerp gaat het stuk? Je wil de lezer interesseren. Je kunt dit doen door te werken met heldere voorbeelden uit het dagelijks leven of recente nieuwsberichten. Je toont hiermee de relevantie van je studie aan.

Zorg dat deze onderdelen in je inleiding zijn meegenomen:

  1. Aanleiding
  2. Afbakening thema
  3. Theoretisch en praktische relevantie van het onderzoek
  4. Stand van zaken binnen de wetenschap
  5. Doel van de studie en de probleemstelling
  6. Korte beschrijving van de onderzoeksopzet
  7. Leeswijzer

De inleiding wordt gevolgd door de onderzoeksvraag, dit omvat zo’n 20% van de scriptie inhoud. De belangrijkste onderzoeksvraag is de hoofdvraag. Hierop geef je antwoord in je scriptie door onderzoek te doen. De deelvragen zijn de onderzoeksvragen die je helpen de hoofdvraag te beantwoorden. Je moet in je achterhoofd houden dat niet ieder type onderzoeksvraag handig is om als hoofdvraag te gebruiken.

Een onderzoeksvraag wordt gevolgd door de analyse, dit omvat 30% van je scriptie. Je geeft een toelichting op je onderzoeksvraag en gebruikt hierbij de HRM-termen zoals deze zijn gebruikt tijdens de opleiding. Het is belangrijk om de resultaten helder weer te geven. Dit doe je door te beschrijven hoe de resultaten tot stand zijn gekomen (koppeling met theorie en praktijk), wat de resultaten zijn en te analyseren (data-analyse) en welke conclusies je daaruit kunt trekken in het kader van je deelvragen.

Maak bij de weergave van je bevindingen gebruik van bronvermelding conform de referentiestijl die geadviseerd is. Indien je een tabel, afbeelding of grafiek gebruikt wat niet je eigen werk is, dan dien je die een titel met bronvermelding mee te geven. Werk ook met alinea’s, zodat het een goed en leesbaar verhaal wordt.

15% van je scriptie bestaat uit conclusies en aanbevelingen. De conclusies die je trekt hebben betrekking tot je deelvragen en de daarvoor geanalyseerde resultaten. De deelvragen zijn het uitgangspunt en dienen beantwoord te worden. Met de antwoorden op deze deelvragen wordt uiteindelijk de onderzoeksvraag beantwoordt. Het beste is om te beginnen met het beantwoorden van de deelvragen en tot slot het beantwoorden van de probleemstelling.

Uiteindelijk kom je met concrete aanbevelingen die praktisch toepasbaar zijn door de ‘opdrachtgever’.  Schrijf ze to-the-point. Het zijn als het ware actiepunten.

Maak in je scriptie een koppeling naar je eigen praktijkervaring. Dit mag niet ontbreken. Je legt hiermee een koppeling met de theorie, je onderzoek en de dagelijkse praktijk.

Vergeet geen samenvatting weer te geven, dit omvat 5% van je totale scriptie. Een samenvatting biedt een korte en krachtige weergave van je onderzoek. Hiermee vat je voor de lezers je scriptie samen zodat ze een duidelijk overzicht hebben van wat jij hebt onderzocht en wat je hebt geconcludeerd. Hoe moeilijk ook, maar deze mag niet langer zijn dan 1 pagina.

Ook op vorm en indeling wordt je scriptie beoordeeld. Laat hier geen punten liggen. Het taalgebruik doet recht aan de regels voor: grammatica, spelling en interpunctie. De schrijfstijl is:

  • objectief (de 1e persoon is vermeden, lezer wordt niet direct
    aangesproken, subjectieve uitspraken worden vermeden);
  • precies (specifieke beschrijvingen, onderbouwing met getallen);
  • zorgvuldig (zaken van verschillende kanten beschouwd,
    onderbouwing met bronnen);
  • helder (aansluiting bij voorkennis lezer);
  • beknopt (geen overbodige uitweidingen);
  • zakelijk (stijl van schrijven is gebruikelijk in vakbladen in de
    beroepspraktijk).

Als laatste zijn de hoofdstukken en paragrafen duidelijk herkenbaar. Heb je nog vragen over het schrijven van je scriptie? Stel deze aan je docent of via de online leeromgeving aan de medecursisten.